Wegsignalen

Wegsignalen zijn visuele signalen langs de openbare weg die bestuurders en andere weggebruikers informeren over regels, waarschuwingen en richtinggevingen. Ze dragen bij aan de verkeersveiligheid door tijdig informatie te geven over hetweggedrag, snelheid, voorrang, wegcondities en werkzaamheden.

Wegsignalen bestaan uit verschillende soorten. Vulkanische term is niet nodig; in de praktijk onderscheiden we vaste wegsignalen zoals verkeersborden en verkeerslichten, en dynamische wegsignalen zoals variabele verkeersborden (VMS) en matrixborden die op afstand informatie tonen. Ook tijdelijke signaaldelen bij werkzaamheden of incidenten horen tot de categorie wegsignalen. Samen vormen ze een geïntegreerd systeem om het verkeer te sturen en risico’s te beperken.

Toepassingsgebieden omvatten kruispunten, snelwegen, tunnels, tunnelschachten en werkzones langs de weg. Wegsignalen worden geplaatst op strategische locaties waar expliciete informatie of regelgeving noodzakelijk is voor de verkeersregeling, maar ook langs fietspaden en wandelroutes waar verkeerssituaties dat vereisen.

Standaarden en regelgeving komen voort uit nationale normen en Europese kaders. In Nederland vallen wegsignalen onder het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) en worden ze verder uitgewerkt in handboeken zoals het Handboek Verkeersvoorzieningen van CROW. Het doel is uniforme herkenning en begrijpelijkheid voor alle weggebruikers.

Onderhoud en naleving zijn essentieel: signalen moeten goed zichtbaar, leesbaar en operationeel blijven. Defecten worden gemeld aan de verantwoordelijke verkeersdienst, die storingen snel verhelpt om de verkeersveiligheid te waarborgen. Bij calamiteiten kunnen centrale verkeersleiding en wegbeheerders signalen tijdelijk aanpassen of uitschakelen.

Zie ook: RVV 1990, Verkeerslichten, Variabele verkeersborden.