WANkoppeling

WAN-koppeling is de verbinding tussen twee of meer geografisch gescheiden netwerken, meestal LAN’s van verschillende vestigingen, via een wide area network (WAN). Het doel is dat apparaten in deze netwerken onderling kunnen communiceren, bestanden kunnen delen en diensten zoals databases of applicaties kunnen bereiken, ongeacht hun locatie.

Er bestaan verschillende manieren om een WAN-koppeling te realiseren: een dedicated leased line of glasvezelverbinding tussen locaties, MPLS-VPN, IPsec VPN of SSL VPN over het publieke internet, en moderne SD-WAN-oplossingen die meerdere onderliggende netwerken combineren en centraal beheren. De keuze hangt af van vereiste bandbreedte, gewenste kwaliteit van dienst (QoS), beveiliging en kosten.

Aan elke locatie bevindt zich meestal kundpremises equipment (CPE), zoals routers en firewalls, die WAN-verkeer afhandelen en verbindingen met het lokale LAN en met andere netwerken mogelijk maken. Het netwerk van de provider (backbone) transporteert het verkeer en levert doorgaans SLA-gebaseerde dienstkwaliteit. In SD-WAN-omgevingen kan een centrale orchestrator het verkeer over meerdere paden sturen en prioriteren.

Goede WAN-koppelingen leveren betrouwbaarheid, redundantie en voorspelbare prestaties. Belangrijke overwegingen zijn vereiste bandbreedte, latency, jitter en packet loss, beveiliging en encryptie, redundantie en failover, kosten en SLA’s, en het beheer en de monitoring van prestaties.

Toepassingen omvatten het koppelen van meerdere vestigingen, veilige toegang tot centrale databases en applicaties, uitbreiding naar cloud-diensten en disaster recovery. SD-WAN kan deze prestaties optimaliseren door per applicatie het meest geschikte pad te kiezen.