Vraaghoogte

Vraaghoogte is een term die in het Nederlands wordt gebruikt om de diepgang, complexiteit en kritische houding van een vraag te beschrijven. Het concept vindt toepassing in onderwijs, journalistiek, debattraining en communicatievaardigheden. Het helpt bij het beoordelen of een vraag verder gaat dan feitelijke informatie en uitnodigt tot onderbouwing, verantwoording of analyse.

De term is afgeleid van vraag en hoogte, een metafoor voor het niveau of de diepte van de beantwoording die wordt gevraagd. Een hogere vraaghoogte vraagt om reflectie, onderbouwing, oorzaken, verantwoording of implicaties, terwijl een lagere vraaghoogte vaak gericht is op het verkrijgen van concrete feiten of eenvoudige bevestiging.

In de praktijk wordt vraaghoogte gebruikt om vraagtypen te onderscheiden en om deelnemers te stimuleren tot beter doordachte vragen. Voorbeelden van lage vraaghoogte zijn feitelijke vragen zoals “Wat is de datum?” of “Hoe laat begint de vergadering?”. Voorbeelden van hoge vraaghoogte zijn evaluatieve of verkennende vragen zoals “Welke aannames liggen aan dit voorstel ten grondslag en welke gevolgen heeft dit voor de doelstellingen?”, of “Welke alternatieve verklaringen zijn mogelijk en hoe kunnen we die toetsen?”. Taalgebruik en context bepalen de gewenste vraaghoogte; trainers en docenten gebruiken het concept om kritisch denken en constructieve dialoog te bevorderen.

Zie ook: kritisch denken, Socratische vraagtechniek, debattraining.