Voetzool

Voetzool, ook wel plantaire voetzool genoemd, is de onderzijde van de voet die contact maakt met de ondergrond tijdens staan en lopen. Het omvat de dikkere plantaire huid, het onderliggende subcutane vetkussen, de plantaire fascia (plantaire aponeurose) en de intrinsieke voetspieren, pezen en ligamenten die in de zool liggen. De voetzool bevat ook de plantaire zenuwen (mediale en laterale plantaire takken) en bijbehorende bloedvaten.

Functie: de voetzool draagt het gewicht, dempt schokken en vergemakkelijkt de voortbeweging. Door de voetbogen langs de lengteas en de transversale boog worden stabiliteit en veerkracht geboden. Het vetkussen en de fascia werken samen bij schokdemping en aanpassing aan verschillende ondergronden. De huid is meestal harder en ruw door druk, waardoor callusvorming kan ontstaan.

Aandoeningen en zorg: veel voorkomende aandoeningen die de voetzool kunnen treffen zijn plantar fasciitis (ontsteking van de plantar fascia), plantar warts (verruca plantaris), callus of likdoornvorming en metatarsalgie. Preventie en behandeling bestaan uit passende schoenen en losse inlegzolen, regelmatige stretching en revalidatie, pijnstillers indien nodig en huidverzorging. Bij diabetes of verminderde doorbloeding is inspectie en verzorging van de voetzool extra belangrijk, omdat complicaties sneller kunnen ontstaan.