voetspieren

Voetspieren vormen de spieren die beweging en stabiliteit van de voet mogelijk maken. Ze bestaan uit intrinsieke spieren die volledig in de voet liggen en extrinsieke spieren die in het onderbeen zitten en via pezen de voet raken. Samen zorgen ze voor de beweging van de tenen en voor de ondersteuning van de voetbogen tijdens staan en lopen.

Intrinsieke voetspieren liggen volledig in de voet en worden traditioneel in vier lagen onderverdeeld. In de eerste laag bevinden zich abductor hallucis, flexor digitorum brevis en abductor digiti minimi. De tweede laag bevat quadratus plantae en de vier lumbricalen. In de derde laag liggen flexor hallucis brevis, flexor digiti minimi brevis en adductor hallucis. De vierde laag bestaat uit interossei plantares en dorsales. Deze spieren sturen de tenen, helpen de vorming van de voetbogen en dragen bij aan stabiliteit bij beweging.

Extrinsieke voetspieren liggen in het onderbeen en hechten via pezen aan de voet. Voorste en laterale compartimenten leveren tibialis anterior, extensor digitorum longus en extensor hallucis longus, die dorsiflexie en tenenbewegingen mogelijk maken. Het achterste compartiment bevat gastrocnemius, soleus en plantaris, die via de achillespees plantaireflexie ondersteunen. Diepe posterieure spieren zoals tibialis posterior, flexor digitorum longus en flexor hallucis longus bieden extra ondersteuning, vooral bij inversie en het afrollen van de voet.

De voetspieren werken samen met pezen, ligamenten en fascia om de voetbogen te vormen en te stabiliseren. Ze leveren schokdemping en efficiëntie bij locomatie en spelen een rol in proprioceptie en balans. Aandoeningen zoals plantaire fasciitis, tendinopathie en overbelasting van de voetspieren komen vaak voor bij oneven belasting of overpronatie. Behandeling omvat gerichte oefeningen ter versterking, rek en balans, en passend schoeisel of inlegzolen.