Verzuim

Verzuim is het afwezig zijn van werknemers tijdens geplande werktijden. In een arbeidscontext verwijst verzuim meestal naar ziekteverzuim, maar ook andere redenen zoals verlof, privéomstandigheden of administratieve vertraging kunnen ertoe leiden. Het begrip wordt gebruikt om de mate van afwezigheid te beschrijven en te monitoren binnen organisaties.

Verzuim wordt doorgaans gemeten met het verzuimpercentage, bijvoorbeeld het aantal verzuimdagen gedeeld door het totaal aantal werkdagen, vermenigvuldigd met honderd. Langdurig verzuim wordt vaak apart gevolgd, omdat dit doorgaans de grootste impact heeft op de organisatie. Ziekteverzuim is hierbij een belangrijke component, maar kortdurend verzuim speelt ook een rol.

Oorzaken van verzuim zijn divers: gezondheidsproblemen zoals ziekten, burn-out en stress; arbeidsomstandigheden, werkdruk en onvoldoende re-integratie. Alsof factoren zoals privéverplichtingen of logistieke belemmeringen meespelen. Verzuim heeft zowel directe kosten (verloren productiviteit, extra inzet van tijdelijk personeel) als indirecte gevolgen voor teamdynamiek en verloop.

Beleid en aanpak richten zich op vroegsignalering, registratie en begeleiding bij terugkeer. In Nederland gelden de poortwachterregels onder de Arbeidsomstandighedenwet: werkgever en werknemer hebben gezamenlijke verantwoordelijkheden bij re-integratie. De werkgever maakt een plan van aanpak, werkt samen met de bedrijfsarts en documenteert voortgang; de werknemer wordt aangemoedigd actief mee te werken. Bij terugkeer kunnen maatregelen als aangepast werk en geleidelijke re-integratie worden ingezet, met aandacht voor privacy en zorgvuldige omgang met verzuimgegevens.

In onderwijscontext wordt verzuim schoolverzuim genoemd: afwezigheid van leerlingen tijdens lessen. Scholen monitoren verzuim en stimuleren regelmatige aanwezigheid.