Transittijden

Transittijden is het tijdsinterval dat benodigd is om van vertrekpunt naar bestemming te reizen of een vrachtwaarde te vervoeren. In transportplanning en logistiek verwijst transittijd naar de tijd die verloopt tussen vertrek en aankomst, doorgaans uitgedrukt in minuten, uren of dagen, afhankelijk van de afstand en de gebruikte vervoerswijze. Transittijden zijn een kerncomponent bij het ontwerpen van dienstregelingen, routeplanning en het rapporteren van betrouwbaarheid aan gebruikers.

Er bestaan verschillende vormen van transittijden. De geplande transittijd is de tijd zoals vastgelegd in dienstregelingen en prognoses. De feitelijke transittijd is de werkelijk ervaren tijd, gemeten achteraf. Bij goederenvervoer spreekt men ook van doorlooptijd of levertijd, waarbij vaak naast het transportgedeelte ook verwerkingstijden bij terminals en douane-activiteiten meetellen. Voor reizigersdiensten wordt vaak gesproken over reistijden of doorlooptijden per traject.

Metingen en data: transittijden komen uit dienstregelingen, journey planners, reizigers- of vrachtgegevens, GPS-tracking en realtime verkeersinformatie. Resultaten worden vaak weergegeven als gemiddelden, mediaan en betrouwbaarheidsbanden om de variabiliteit en plandoorlopen te tonen.

Factoren: transittijden worden beïnvloed door afstand, snelheid van het vervoer, wachttijden bij overstappen, reizigersdrukte, havens en grensovergangen, weersomstandigheden, ongevallen, onderhoud en capaciteit van infrastructuur.

Toepassingen: transittijden ondersteunen planningsbeslissingen, klanteninformatie, prestatiemetingen zoals punctualiteit en betrouwbaarheid, en optimalisatie van netwerken. In internationale logistiek kunnen doorlooptijden door douaneformaliteiten verder oplopen.