vertrek

Vertrek is een Nederlands zelfstandig naamwoord (het vertrek) dat het moment of de handeling van het verlaten van een plek aanduidt. Het kan slaan op het vertrek van reizigers uit een station of luchthaven, maar ook op het vertrek van iemand uit een functie of uit een groep. In reisinformatie is vertrek nauw verbonden met tijd en planning; in dienstregelingen en bordjes bij vervoersmiddellen komen vertrektijden naar voren.

Etymologie: vertrek is afgeleid van vertrekken, wat ‘weggaan’ betekent. Het woord ontstaat uit die werkwoordsbetekenis en wordt veel gebruikt in combinatie met aankomst om reisplannen en routes weer te geven.

Toepassingsgebied: in vervoer en reizen verwijst vertrektijd naar het moment waarop een vervoermiddel daadwerkelijk vertrekt. Voor reizigers is dit cruciaal, omdat check-in, security en boarding eraan verbonden zijn. In luchthavens en stations zijn termen als vertrekhal en vertrektijden gebruikelijk, en dienstregelingen geven vaak meerdere vertrektijden per dag.

Verder kan vertrek ook verwijzen naar het verlaten van een baan, organisatie of woonplaats: “het vertrek van de directeur” of “haar vertrek bij het bedrijf” geven aan dat iemand een positie of verblijf verlaat. In dergelijke contexten blijft vertrek een neutraal begrip voor verandering van situatie of status, zonder te verwijzen naar de oorzaak of de toekomst.

Zie ook: aankomst, dienstregeling, reizen.