Home

Ruimteafval

Ruimteafval, ook wel ruimtepuin genoemd, verwijst naar alle menselijke objecten in omloopbanen die niet langer functioneel zijn of die na een missie achterblijven. Het omvat verloren satellieten, uitgeputte rakettrappen, fragmenten die ontstaan door botsingen of ontploffingen, en kleinere verontreinigingen zoals metaal- en isolatiedraden. Deze objecten blijven in de ruimte zweven en vormen een reële botsings- en schade dreiging voor operationele satellieten en bemande missies.

De meeste ruimteafval bevindt zich in de lage ruimte om de Aarde (LEO), waar de meeste operationele

Risico's: ruimteafval kan botsingen veroorzaken met significante schade aan satellieten en mogelijk risicovolle missies. Een cascade

Beheersing en beleid: ruimtevaartorganisaties volgen en catalogiseren objecten met systemen zoals het US Space Surveillance Network

satellieten
en
ruimtestation
zoals
ISS
actief
zijn.
Maar
ook
in
middelhoge
(MEO)
en
geostationaire
(GEO)
banen
komen
objecten
voor.
Grotere
voorvallen
hebben
bijgedragen
aan
de
populatie:
de
botsing
tussen
Iridium
33
en
Cosmos
2251
in
2009
en
de
Chinese
anti-satellietproef
in
2007
veroorzaakten
duizenden
stukjes
extra.
van
botsingen,
bekend
als
het
Kessler-syndroom,
kan
leiden
tot
een
explosieve
toename
van
fragmenten
en
daardoor
meer
gevaar
voor
ruimtevaartorganisaties
en
commerciële
operatoren.
Modellen
tonen
dat
zelfs
kleine
fragmenten
bij
hoge
snelheden
ernstig
kunnen
raken.
en
Europese
initiatieven.
Internationale
richtlijnen
voor
ruimteafvalmitigatie
benadrukken
passivering
van
verlaten
ruimtevaartuigen,
eindlevensbeheer
en
de
zogenoemde
25-jaar-regel
voor
achterblijven
in
de
baan.
Daarnaast
wordt
actief
onderzoek
gedaan
naar
verwijdering
van
ruimteafval
(ADR),
zoals
netten,
harpoons
en
andere
concepten,
maar
grootschalige
opschoning
blijft
uitdagend.
Internationaal
overleg
vindt
plaats
onder
COPUOS
en
IADC.