Home

Reuktesten

Reuktesten, ook wel olfactieve tests genoemd, vormen een groep gestandaardiseerde procedures om het reukvermogen te evalueren. Ze worden toegepast in klinische zorg en onderzoeksinstellingen om olfactie te meten, afwijkingen te detecteren en veranderingen in de reukfunctie te volgen. Reuktesten zijn relevant bij klachten als verlies van geur (anosmie), verminderd geurreconnaissance (hyposmie) of afwijkende geurperceptie.

In de meeste testbatterijen worden drie aspecten gemeten: de geurdrempel (het laagste detecteerbare geurdeel), geurdiscriminatie (het

Procedure en interpretatie hangen af van de gebruikte batterij. Testen worden meestal uitgevoerd in een gecontroleerde

onderscheiden
van
verschillende
geuren)
en
geuridentificatie
(het
benoemen
van
een
geur).
Soms
wordt
de
verzameling
scores
samengevat
als
een
TDI-score
(threshold-discrimination-identification)
of
als
aparte
subscores.
Voorbeelden
van
veelgebruikte
baterijen
zijn
Sniffin’
Sticks,
die
de
drie
onderdelen
toetst,
en
UPSIT
(University
of
Pennsylvania
Smell
Identification
Test),
een
identifiatie-gebaseerde
test
met
multiple-choice-antwoorden.
Andere
instrumenten,
zoals
BSIT
of
OSIT,
bestaan
als
kortere
alternatieven.
omgeving;
oordeelkundige
factoren
zoals
neusverstopping,
cognitieve
status
en
taalvaardigheid
kunnen
de
uitslag
beïnvloeden.
Resultaten
worden
vergeleken
met
normatieve
gegevens
die
leeftijdsgebonden
zijn
en
soms
per
geslacht
of
culturele
achtergrond
worden
aangepast.
Reuktesten
spelen
een
belangrijke
rol
bij
diagnose
van
ellende
na
virale
infecties
(bijvoorbeeld
COVID-19),
bij
rhinosinusale
aandoeningen,
en
in
neurologische
aandoeningen
zoals
de
ziekte
van
Parkinson
of
Alzheimer,
en
kunnen
preoperatieve
evaluaties
ondersteunen.
Beperkingen
omvatten
culturele
bekendheid
met
geuren
en
variabiliteit
tussen
testmomenten.