Pluimveestallen

Pluimveestallen zijn gebouwen bedoeld om plukmvee te houden, met name kippen, maar ook eenden, kalkoenen en andere vogels. Ze zijn ingericht om leg- of vleesproductie mogelijk te maken en bieden bescherming tegen weersomstandigheden, controle over klimaat en ziektebestrijding, en faciliteiten voor voer, water en nestgelegenheid.

De opzet van pluimveestallen varieert afhankelijk van het product en de regelgeving. Veel stallen bestaan uit een stalruimte met een vloer of loopbruggen, ventilatiesystemen voor luchtkwaliteit, verwarmings- en koelvoorzieningen, en verlichtingsinstallaties. Voer- en drinksystemen zijn vaak geautomatiseerd en kunnen bestaan uit hoeken, transportbanden of drinknippels. Voor legkippen zijn soms nestvoorzieningen en perches aanwezig; bij vleespluimvee gaat het meer om efficiente ruimte en snelle voedergewassen. Er zijn ook systemen met strooiselbodems, bodems met roosters of combinatievarianten zoals aviaries en vrijeuitloop, afhankelijk van het huisvestingsmodel.

Onderhoud en welzijn spelen een belangrijke rol. Regels voor ruimte, daglicht, luchtkwaliteit en gedragselementen beïnvloeden de gezondheid en productiviteit. Netwerken voor biosecurity, gewas- en ongediertebestrijding en regelmatige schoonmaak en desinfectie tussen rondes zijn standaardpraktijken. Milieu- en emissiebeheer, zoals mestopslag en afvalwaterbehandeling, is eveneens essentieel vanwege de milieueffecten en regelgeving.

In praktische zin fungeren pluimveestallen als geïntegreerde productieomgevingen waar diergezondheid, productiviteit en bedrijfsvoering nauwkeurig moeten worden afgestemd.