Home

Overbrengen

Overbrengen is een Nederlands werkwoord met verschillende hoofdbetekenissen. De kernbetekenissen zijn het fysiek verplaatsen of overbrengen van iets van de ene plaats naar de andere, en het communiceren of doorgeven van een boodschap, informatie, of gevoelens. Een derde betekenis is het overdragen van ziekte of besmetting van de ene persoon op de andere. In zakelijke of juridische taal kan het ook verwijzen naar het overzetten van rechten of bezit, hoewel daar doorgaans vaker het woord overdragen gebruikt wordt.

Bij het gebruik van overbrengen ligt de nadruk vaak op communicatie of transport. Bijvoorbeeld: Een koerier

Grammaticaal is overbrengen een samengesteld werkwoord met het voorvoegsel over-. Het kan scheiden in de hoofdzin:

kan
een
pakket
overbrengen
naar
de
klant;
het
nieuws
werd
snel
overgebracht.
Ook
bij
het
doorgeven
van
een
ziekte
spreekt
men
van
iets
dat
wordt
overgebracht.
Daarnaast
kan
iemand
een
boodschap
duidelijk
overbrengen;
dat
vergt
vaak
aandacht
voor
toon,
stijl
en
begrijpelijkheid.
Hij
brengt
het
over.
In
infinitiefvorm
of
bij
constructies
met
te:
om
dit
over
te
brengen,
is
moeilijk
te
begrijpen.
Het
voltooid
deelwoord
is
overgebracht.
De
woordbetekenis
is
thus
veelzijdig
en
afhankelijk
van
de
context:
transport,
communicatie,
of
transmissie
van
ziekte.