Mineraalsoorten

Mineraalsoorten zijn in de geologie de specifieke mineralen die een unieke chemische samenstelling en kristalstructuur hebben. Een mineraalsoort wordt gedefinieerd door zijn chemische formule en zijn kristalstructuur, die samen de identiteit en classificatie bepalen. Mineralen komen natuurlijk voor in de aardkorst en ontstaan onder verschillende omstandigheden in aardlagen, magma en sedimentaire systemen.

Nieuwe mineraalsoorten worden beheerd door de International Mineralogical Association (IMA). Voor erkenning moet meestal bewijs aanwezig zijn van een typemonster (type specimen) en een gedocumenteerde wetenschappelijke publicatie. De IMA beoordeelt of een voorgestelde soort voldoet aan de criteria voor mineralogische herkenning en naamgeving en kent vervolgens een officieel erkende naam toe.

Een mineraalsoort kan ook bestaan uit een vaste oplossingsreeks. In zo’n gevallen variëren de chemische samenstelling tussen end-members binnen een groep, zoals forsteriet-fayaliet in de olivine-reeks of albiet-anortiet in de plagioklaasreeks. Deze tussenliggende samenstellingen worden vaak als varianten of subtypes gezien, maar in sommige gevallen kunnen ze als volwaardige mineraalsoorten worden beschouwd afhankelijk van de stabiliteit en erkenning door de IMA.

Voorbeelden van bekende mineraalsoorten zijn kwarts (SiO2), calciet (CaCO3) en dolomiet (CaMg(CO3)2). Andere belangrijke groepen zijn de veldspaten, pyroxenen en amfibolen. Daarnaast bestaan er polymorfen—zoals kwarts, cristobaliet en tridymiet—die dezelfde chemische formule hebben maar verschillende kristalstructuren en daardoor als aparte mineraalsoorten worden erkend.