Kleinerheid

Kleinerheid is een abstracte term in het Nederlands die verwijst naar de eigenschap van klein zijn of van een kleinere omvang, intensiteit of mate. De term kan slaan op fysieke grootte, maar ook op relatief gewicht, belang of betekenis ten opzichte van een referentiepunt. In veel gevallen staat kleinerheid in de taal als contrast met iets anders: het gaat om de toestand van iets dat kleiner is dan(datgene waarmee het wordt vergeleken).

Historisch en etymologisch gezien is kleinerheid afgeleid van klein en de suffix -heid, die een abstracte eigenschap aanduidt. In deze opbouw ligt de nadruk op het kwalificerend aspect van grootte in relatieve termen; een directe vertaling van kleinerheid is 'smallness' of 'smallerness' in het Engels, maar die nuance kan per context variëren.

Praktisch gezien is kleinerheid minder gebruikelijk in alledaags taalgebruik; vaak spreekt men eerder van kleinheid of van een lage mate van iets. Het woord komt vaker voor in formele, technische of filosofische teksten waarin men expliciet maakt dat iets in grootte, omvang of belang kleiner is ten opzichte van een referent. In wiskundige of logische contexten kan kleinerheid een formele aanduiding zijn van relatieve maat of orde.

Zie ook: kleinheid, verhouding, relativiteit.