Home

ISOinstellingen

ISOinstellingen beschrijven de gevoeligheid van de beeldsensor voor licht. Een lagere ISO, bijvoorbeeld ISO 100 of 200, maakt de sensor minder gevoelig en levert bij dezelfde belichting meestal minder ruis en een groter dynamisch bereik op. Een hogere ISO, zoals ISO 800 of hoger, verhoogt de gevoeligheid zodat minder licht nodig is, maar gaat vaak gepaard met meer ruis en minder detail.

ISO maakt deel uit van de blootstelling, naast sluitertijd en diafragma. In een gegeven belichtingssituatie kun

Veel camera's bieden Auto-ISO, waarbij de camera automatisch de hoogte van de ISO aanpast binnen door de

Praktische tips: gebruik zo veel mogelijk de laagst mogelijke ISO die een correcte belichting toelaat; schakel

je
met
een
grotere
opening
of
een
langere
sluitertijd
een
juiste
belichting
bereiken;
als
dit
niet
wenselijk
is,
kan
ISO
verhoogd
worden.
Bij
hoge
ISO
kan
de
foto
sneller
correct
belicht
worden,
maar
de
beeldkwaliteit
kan
in
het
donker
achterblijven.
gebruiker
ingestelde
grenzen.
Sommige
moderne
systemen
hebben
native
of
dual
native
ISO,
wat
betere
ruisprestaties
oplevert
bij
wisselende
lichtomstandigheden.
over
naar
een
groter
diafragma
of
langere
sluitertijd
indien
mogelijk.
Schiet
bij
voorkeur
in
RAW,
zodat
ruis
en
belichting
later
beter
kunnen
worden
gecorrigeerd.
Houd
rekening
met
het
formaat
van
de
sensor:
kleinere
sensoren
(APS-C,
Micro
Four
Thirds)
tonen
ruis
en
beperken
dynamisch
bereik
vaak
eerder
dan
full-frame.