Gieren

Gieren is een Nederlands woord met twee hoofdbetekenissen. Ten eerste is gieren de meervoudsvorm van het zelfstandig naamwoord gier, het woord voor een soort grote aasvogels; de enkelvoud is gier. Ten tweede is gieren een werkwoord met de betekenis luidruchtig lachen, oftewel gieren van het lachen.

Gieren (de vogels) zijn grote scavenger vogels van de Old World, die carrion eten en hoog in thermiek zweven. Ze komen voor in Europa, Afrika en Azië en spelen een belangrijke ecologische rol bij het opruimen van kadavers. Door verstoring, vergiftiging en een afgenomen beschikbaarheid van kadavers staan sommige populaties onder druk. In verschillende regio’s bestaan beschermings- en herintroductieprogramma’s om populaties te behouden en herstel te stimuleren. Voorts is er aandacht voor conflicten met landbouw en het beheer van kadavers.

Daarnaast is gieren een werkwoord dat betekent luidruchtig lachen, vaak gebruikt in uitdrukkingen zoals gieren van het lachen. Het wordt meestal in informele contexten gebruikt en kan in verschillende tijden vervoegd worden, afhankelijk van de zin.

Etymologisch gaat gieren terug op het Oudnederlands en Middelnederlands en is verwant aan andere Germaanse talen. De woordbetekenissen bestaan naast elkaar in het hedendaagse Nederlands en worden in uiteenlopende contexten gebruikt.