Getijdenperiode

Getijdenperiode is de periode waarin de zeewaterstanden een vergelijkbare fase doorlopen, meestal van hoogwater naar hoogwater. De getijcyclus omvat hoogwater, laagwater en weer hoogwater. De lengte van deze cyclus wordt bepaald door de zwaartekrachtsinvloeden van de Maan en de Zon, de rotatie van de Aarde en de vorm van kustlijnen en zeebodem.

In gebieden met semi-diurnaal getij ligt de tijd tussen twee opeenvolgende hoogwaterstanden gemiddeld op circa 12 uur en 25 minuten. De duur tussen hoogwater en laagwater is dan ongeveer 6 uur en 12 minuten. In regio’s met diurnaal getij verschijnt doorgaans één hoogwater per getijdendag, met een periode van circa 24 uur en 50 minuten tussen opeenvolgende hoogwaterstanden. Veel kusten hebben gemengd getij, waardoor twee hoogwaterpieken per dag voorkomen en de getijdenperiode kan variëren afhankelijk van locatie en seizoen.

Lokale factoren zoals de vorm van de kustlijn, zeebodem, waterdiepte en onregelmatigheden in de oceaanbedding, evenals weersomstandigheden als wind en luchtdruk, kunnen de getijdenhoeveelheden en de exacte tijden beïnvloeden. Getijdenperioden worden berekend en weergegeven in getijdenkalenders en havennavigatie-ondersteunende systemen.

Toepassingen van kennis over getijdenperiodes zijn onder meer scheepvaart en havenplanning, kustbescherming en infrastructuur, en ecologische processen die mede afhangen van regelmatige getijbewegingen. Het begrip van de getijdenperiode helpt bij slaapplaatsen voor dieren, visserij en toerisme in kustgebieden.