Dagelijks
Dagelijks is een Nederlands woord dat zowel als bijvoeglijk naamwoord als bijwoord wordt gebruikt. Als bijvoeglijk naamwoord betekent het ‘van elke dag, op dagelijkse basis’, bijvoorbeeld in de zinnen de dagelijkse routine of het dagelijks leven. Als bijwoord duidt het op frequentie, zoals in ik wandel dagelijks of de krant publiceert dagelijks updates.
Etymologie en verwante vormen: dagelijks is afgeleid van dag (de periode van 24 uur) met het achtervoegsel
Usage en betekenisnuances: dagelijks kan verwijzen naar wat mensen gewoonlijk doen als onderdeel van hun routine
Voorbeelden: dagelijks bewegen is gezond; de inspectie observeerde dagelijks verbeteringen; het dagelijks leven kent rituelen, werk
Zie ook: dag, dagelijks leven, wekelijks, maandelijks, jaarlijks. Deze termen delen dezelfde eenheidszin van frequentie en