Home

Crosssecties

Crosssecties, in het Nederlands vaak kruisdoorsneden genoemd, verwijzen naar de vlakken of figuren die ontstaan wanneer een driedimensionaal object wordt doorgesneden door een vlak. Het gaat om zowel de definitie van zo’n doorsnede als om de vorm en eigenschappen van de resulterende snede. In bredere zin kan de term ook verwijzen naar de serie van beelden die op verschillende posities langs het object worden verkregen, bijvoorbeeld bij beeldvorming.

In de geometrie hangt de vorm van een crosscut af van de oriëntatie van het snijvlak ten

Toepassingen van crosssecties zijn onder meer het visualiseren van interne structuren in engineering en architectuur, het

Veelgebruikte termen zijn onder meer dwarsdoorsnede, lengtesdoorsnede en schuin/oblique cross sections. Crosssecties kunnen twee- of driedimensionale

opzichte
van
het
object.
Voor
een
rechte
cilinderen
kan
een
vlak
loodrecht
op
de
as
een
cirkel
opleveren,
terwijl
een
vlak
parallel
aan
de
as
een
rechthoek
oplevert.
Een
schuine
doorsnede
kan
een
ellips
vormen.
Bij
een
kegelsnede
levert
een
vlak
dat
parallel
aan
de
basis
blijft
een
cirkel,
terwijl
schuine
vlakken
een
ellips,
parabool
of
hyperbool
kunnen
opleveren;
waarmee
klassieke
conische
secties
worden
bestudeerd.
In
andere
solids
gelden
verschillende
uitsnedevormen
afhankelijk
van
vorm
en
snijplan.
berekenen
van
volumes
en
stromingsgebieden
via
integratie
(de
slicing-methode),
en
in
de
geneeskunde
en
biologie
waar
CT-
en
MRI-scans
door
doorsneden
door
het
lichaam
beelden
leveren.
Het
begrip
wordt
ook
in
de
statistiek
gebruikt:
cross-section
data
verwijst
naar
waarnemingen
op
één
moment
in
de
tijd,
bijvoorbeeld
een
momentopname
van
een
populatie.
vormen
opleveren
en
worden
vaak
beschreven
door
de
positie
en
oriëntatie
van
het
snijvlak.