CD28interactie

CD28interactie verwijst naar de co-stimulerende interactie tussen het CD28-receptor op T-lymfocyten en de liganden B7-1 (CD80) en B7-2 (CD86) op antigen-presenterende cellen. Deze interactie vormt samen met TCR-signaal 1 een essentieel signaal voor volledige T-celactivatie.

Mechanistisch werkt CD28-signaal door binding van CD28 aan B7-moleculen, waarna intracellulaire signaalroutes worden geactiveerd, waaronder de PI3K/Akt-route, NF-κB en AP-1. Dit versterkt transcriptionele responsen die nodig zijn voor proliferen en overleving van T-cellen. CD28 verhoogt de productie van interleukin-2 (IL-2), de expressie van IL-2-receptor (CD25) en bevordert metabool herprogrammering naar glycolyse, wat de clonal expansie en de laterale differentiatie van T-cellen ondersteunt. Daarnaast draagt CD28 bij aan de weerstand tegen apoptose en verhoogt het de respons op antigenen.

Biologisch is CD28 cruciaal voor naïeve T-cellen om effectief te reageren op antigeenpresentatie. Bij afwezigheid van CD28-signalering kunnen T-cellen anergie vertonen of een tolerantie doorlopen. CD28 speelt ook een rol in de homeostase van sommige T-reg, hoewel die regulatie vaak mede door CTLA-4 wordt getemperd.

Therapeutisch is de CD28-B7-interactie doelwit geweest van zowel immunologische behandeling als veiligheidsoverwegingen. Abatacept en belatacept zijn CTLA-4-Ig-fusieproteïnen die B7-liganden blokkeren, waardoor CD28-signaal wordt voorkomen en ontstekingen of afstoting worden geremd. Directe CD28-agonistische antilichamen zijn vanwege ernstige cytokine-release-syndromen problematisch gebleken. In kankerimmunotherapie worden vaak CTLA-4-blokkades toegepast om CD28-activatie te stimuleren, terwijl selectieve modulatie van CD28-signaling de balans tussen activering en auto-immuniteit beïnvloedt.