Home

Bovenleidingen

Bovenleidingen vormen de elektrische infrastructuur boven het spoor die elektrisch aangedreven treinen, trams en trolleybussen van stroom voorziet. De geleiders hangen langs het traject aan steunpunten zoals masten en overspanningen en worden door voertuigen met pantografen (bij trams en treinen) of trolleypolen in kontakt gebracht. Het systeem maakt het mogelijk continu energie te leveren terwijl het voertuig beweegt.

De belangrijkste onderdelen zijn de stroomgeleider (het kontaktdraad) waar de pantograaf contact mee maakt, en een

Er bestaan verschillende typen bovenleidingssystemen. In veel moderne spoorwegen wordt een kathedraal- of catenary-constructie toegepast waarbij

Onderhoud en veiligheid zijn belangrijke aandachtspunten. Regelmatige inspecties controleren slijtage van de geleiders, spanningsregeling en isolatie,

ondersteunende
draad
(mesenger)
die
het
gewicht
en
de
spanning
draagt.
De
contactdraad
wordt
vastgehouden
en
geleid
door
droppers
en
bevestigingen,
terwijl
isolatoren
en
eindstukken
zorgen
voor
elektrische
isolatie
en
mechanische
stabiliteit.
De
bovenleidingsnetwerken
worden
gevoed
vanuit
onderstations
die
de
netspanning
leveren
en
omzetten
naar
het
vereiste
tractieniveau.
Het
ontwerp
en
de
spanning
van
de
lijnen
hangen
af
van
het
land
en
het
systeem,
aangezien
zowel
gelijkstroom
als
wisselstroom
in
verschillende
regio’s
gangbaar
zijn.
de
contactdraad
op
gecontroleerde
hoogte
en
spanning
blijft,
vaak
in
combinatie
met
een
messenger-draad
die
extra
mechanische
stabiliteit
biedt.
Bij
sommige
tramnetten
daarentegen
worden
eenvoudiger
systemen
gebruikt
met
minder
geleidende
lagen.
De
keuze
hangt
af
van
snelheid,
belasting,
onderhoudsgemak
en
klimatologische
omstandigheden.
evenals
de
naleving
van
vrije
ruimte
rondom
de
leidingen.
Storing,
ijs-
en
windbelastingen
worden
meegenomen
in
planning
en
onderhoud,
om
continu
en
veilig
reizen
mogelijk
te
maken.