Binnenklimaat

Binnenklimaat verwijst naar de omgevingsomstandigheden in een gebouw die de gezondheid, het comfort en de productiviteit van bewoners beïnvloeden. De belangrijkste aspecten zijn thermische omstandigheden (temperatuur, relatieve vochtigheid en luchtsnelheid), luchtkwaliteit, ventilatie, daglicht en akoestiek.

Thermisch comfort hangt samen met temperatuur, vochtigheid en luchtstroming, en wordt beïnvloed door kleding en activiteit. Luchtkwaliteit gaat over de inhoud van binnenlucht, zoals CO2, vluchtige organische stoffen en fijnstof. Ventilatie regelt de uitwisseling met buitenlucht. Daarnaast dragen licht en geluid bij aan het waargenomen comfort en de stressbelasting.

Modellen zoals PMV/PPD en richtwaarden voor relatieve vochtigheid (bij voorkeur circa 40-60%) geven een indicatie van comfort en gezondheid. In de praktijk geldt vaak de eis van voldoende ventilatie en bepaalde CO2-concentratieranden (veelal onder 1000 ppm in woonomgevingen) om alertheid en gezondheid te bevorderen. Metingen en monitoring ondersteunen het behoud van een gezond binnenklimaat.

Beheer en ontwerp van binnenklimaat volgen internationale en nationale normen en richtlijnen, zoals EN 16798 en ISO 7730, en waar relevant ASHRAE-standaarden. Een goede binnenklimaatstrategie combineert effectieve ventilatie en filtratie, passende temperatuur- en vochtigheidsregeling, en onderhoud van systemen. Er is groeiende aandacht voor energie-efficiëntie en de afweging tussen comfort en kosten, onder meer via slimme sensoren en vraagsturing.