Home

zoutresten

Zoutresten zijn vaste, kristallijne resten die achterblijven nadat een oplosmiddel, meestal water, verdampt of nadat oplosbare bestanddelen uit een oplossing zijn verwijderd. Ze bestaan uit zouten, combinaties van metaalionen en anionen zoals natrium, calcium, chloride, sulfaat, nitraten en andere ionen. In het dagelijks taalgebruik verwijst de term vaak naar zout dat achterblijft op oppervlakken, in materialen of in de bodem.

Ontstaan: Zoutresten ontstaan vooral bij verdamping van zoute oplossingen, zoals zeewater, pekel of brine, waarbij de

Natuur en industrie: In de geologie komen zoutresten naar voren als evaporieten zoals haliet (NaCl) en gips

Gevolgen en beheer: Zoutresten kunnen corrosie, kalkaanslag en verzouting van landbouwgrond veroorzaken. Beheer omvat spoelen of

Meting: Het droogrest wordt bepaald door het residu na verbranding en droging, en ionanalyse (bijv. ionchromatografie)

Zie ook: evaporieten, haliet, verzouting, desalinering.

oplosbaarheid
van
zouten
overschreden
wordt
en
kristallisatie
optreedt.
In
de
bodem
kan
irrigatiewater
met
opgeloste
zouten
achterblijven
en
leiden
tot
verzouting
en
een
zouthoudende
korst
op
het
aardoppervlak.
(CaSO4·2H2O)
in
sedimentlagen.
In
industriële
context
kunnen
zoutresten
achterblijven
in
boilers,
op
warmtewisselaars,
op
kook-
en
verwerkingsapparatuur
of
als
residu
in
voedselbereiding
en
conservering.
wassen
met
water,
drainage
of
neerslag
om
zouten
uit
te
spenen,
en
bij
industriële
systemen
desalinering
of
reductie
van
kalk-
en
zoutafzettingen.
In
de
landbouw
vereist
bodembeheer
irrigatie
met
gecontroleerde
drainage.
bepaalt
welke
zoutionen
aanwezig
zijn.