zeilend

Zeilend is het Nederlandse present participium van het werkwoord zeilen, wat 'om te varen op zeilen' betekent. Het duidt op de handeling of toestand van varen onder zeil. In nautische en beschrijvende teksten geeft zeilend aan dat een schip of boot onder zeil is.

Gebruikelijk is het attributieve gebruik: het beschrijft een zelfstandig naamwoord dat met zeilen te maken heeft. De gebruikelijke vorm vóór een zelfstandig naamwoord is zeilende, bijvoorbeeld de zeilende boot, een zeilende jacht. Predicatief gebruik is mogelijk maar minder gebruikelijk; in die positie wordt vaak gekozen voor uitdrukkingen als onder zeil.

In literaire context kan zeilend ook figuurlijk worden toegepast om beweging of voortgang te benadrukken, al blijft het woord vooral nautisch gekoppeld aan varen met zeilen. Het woord kan naast zeilen worden gevonden in samenstellingen zoals zeiltocht, zeilboot en zeiljacht, die verwant zijn aan het basiswerkwoord en het concept van zeilen versterken.

Etymologie en verwante termen: zeilend is afgeleid van zeilen met het achtervoegsel -end, vergelijkbaar met het Engelse -ing in sailing. Verwante Nederlandse termen zijn zeilen, zeiltocht, zeilboot en zeiljacht. Het woord heeft geen aparte zelfstandige betekenis buiten deze afleiding; het fungeert als participium dat naar de voortgang of toestand van zeilen verwijst.