Home

weefselspecifieke

Weefselspecifieke verwijst naar kenmerken of expressie van genen en eiwitten die beperkt is tot één of enkele specifieke weefsels. Het begrip is cruciaal voor het begrijpen van opbouw en functioneren van organen, en speelt een belangrijke rol in ontwikkeling, fysiologie en ziekteprocessen. Een weefselspecifiek eiwit kan in andere weefsels afwezig zijn of in veel lagere hoeveelheden voorkomen.

De regulering van weefselspecifieke expressie gebeurt op meerdere niveaus. Transcriptiefactoren die alleen in bepaalde weefsels actief

Voorbeelden van weefselspecifieke expressie zijn onder meer leverspecifieke synthese van albumine en koolhydratafbraakenzymen, of pancreas-specifieke insulineproductie.

Detectie en analyse van weefselspecifieke expressie gebeuren met technieken als RNA-seq, microarray, RT-qPCR en in situ

Toepassingen omvatten onder meer gerichte geneesmiddelenontwikkeling, weefselspecifieke promotoren voor gene therapy en diagnostiek gebaseerd op weefselspecifieke

zijn,
binden
aan
promotoren
en
enhancers
die
uniek
zijn
voor
dat
weefsel.
Epigenetische
factoren
zoals
DNA-m
methylatie
en
histonmodificaties
dragen
bij
aan
het
openen
of
sluiten
van
chromatine
rondom
tissue-specifieke
genen.
Daarnaast
kunnen
alternatieve
promotoren
en
splicing
leiden
tot
tissue-
specifieke
isoformen
van
een
eiwit.
In
tegenstelling
tot
huisvesting-
of
huishoudelijke
(housekeeping)
genen,
die
in
alle
weefsels
in
basale
hoeveelheden
aanwezig
zijn,
vertonen
weefselspecifieke
genen
patroonvariaties
afhankelijk
van
ontwikkeling,
fysiologie
en
pathologie.
hybridisatie,
evenals
proteomische
benaderingen
en
reporter-
assays
in
modellen.
In
onderzoek
en
kliniek
zijn
weefselspecifieke
patrons
relevant
voor
doelgerichte
therapieën,
biomarkerontdekking
en
het
begrip
van
weefselspecifieke
ziekten.
eiwitexpressie.
Uitdagingen
zijn
variatie
tussen
individuen,
weefselheterogeniteit,
ontwikkelingsstoornissen
en
ziektecondities
die
expressie
veranderen.