Home

vrijevormvervorming

Vrijevormvervorming (FFD) is een geometrische modelleringstechniek waarmee een ruimtelijk object vervormd kan worden door het in een regelmatige lattice van controlepunten te plaatsen en deze controlepunten te verplaatsen. Het basisprincipe is dat elke puntpositie in de ruimte wordt getransformeerd via een globale polynoom die afhankelijk is van de positie binnen de lattice. De techniek werd in 1986 geïntroduceerd door Sederberg en Parry als een algemene methode voor Bezier-achtige volumes en is sindsdien een standaardhulpmiddel in computergraphics en CAD.

Werking: het object behoudt zijn topologie, maar de vorm wordt beïnvloed door de beweging van de controlepunten.

Varianten en kenmerken: FFD wordt meestal toegepast op een rechthoekige lattice en Bezier-basisfuncties of B-spline-basisfuncties. B-splines

Toepassingen en beperkingen: veel gebruikt in computergraphics, computer-aided design, modellering en medische beeldregistratie. Voordelen zijn intuïtieve

Het
object
wordt
in
een
rechthoekige
lattice
geplaatst,
gedefinieerd
door
parameters
(u,
v,
w)
in
het
interval
[0,
1].
De
verplaatsing
van
een
punt
P
wordt
berekend
als
een
samengestelde
combinatie
van
de
posities
van
alle
controlepunten
P_ijk,
gewogen
door
driedimensionale
basisfuncties
B_i(u)
B_j(v)
B_k(w).
Bij
gebruik
van
tensor-product
Bezier-basisfuncties
is
P'
=
Σ_i
Σ_j
Σ_k
B_i(u)
B_j(v)
B_k(w)
P_ijk.
Verplaatsen
van
een
subset
van
de
controlepunten
leidt
tot
lokale
vervormingen;
verplaatsen
van
meerdere
punten
kan
een
globale
vervorming
geven.
leveren
doorgaans
een
hogere
continuïteit
en
robuustheid.
De
methode
is
relatief
eenvoudig
te
integreren
met
polygonale
meshes
door
de
verplaatste
posities
van
de
mesh-vertices
te
gebruiken.
en
lokale
controle,
soepele
vervormingen
en
compatibiliteit
met
bestaande
meshes.
Nadelen
zijn
onder
meer
dat
vervorming
beperkt
blijft
tot
de
omhullende
lattice,
extreme
vervormingen
kunnen
leiden
tot
distorsies,
en
er
is
geen
garantie
voor
volume-
of
vormbehoud
zonder
aanvullende
aanpassingen.