Home

vermogensongelijkheid

Vermogensongelijkheid is de ongelijke verdeling van netto vermogens tussen huishoudens. Netto vermogens bestaan uit alle bezittingen minus schulden en omvatten spaargeld, aandelen, obligaties en onroerend goed. Vergeleken met inkomensongelijkheid legt vermogensongelijkheid meer nadruk op langetermijnmogelijkheden en de intergenerationele overdracht van welvaart.

Vermogensongelijkheid wordt vaak gemeten met indicators zoals de Gini-coëfficiënt voor vermogen, de Palma-ratio (het aandeel van

Oorzaken zijn onder meer het rendement op kapitaal dat hoger kan zijn dan economische groei, erfbelasting en

Gevolgen van vermogensongelijkheid omvatten verminderde mobiliteit tussen generaties, grotere economische en politieke invloed van welgestelde huishoudens,

Beleidsopties die regelmatig worden besproken zijn vermogensbelastingen, herziening van erf- en schenkbelasting, vergroting van belasting op

Richting en omvang variëren wereldwijd; in veel ontwikkelde landen is vermogensongelijkheid sinds de jaren tachtig toegenomen,

het
vermogen
van
de
top
10%
ten
opzichte
van
de
onderste
40%),
en
de
top-1%-aandeel.
Data
zijn
vaak
gecompliceerd
door
begripsverschillen
en
waarderingsmethoden,
wat
internationale
vergelijkingen
bemoeilijkt.
Erfopvolging
en
waardering
van
onroerend
goed
spelen
hierbij
een
grote
rol.
schenkingen,
ongelijk
leer-
en
toegang
tot
kapitaal,
en
fiscale
regels
die
vermogen
relatief
gunstiger
behandelen
ten
opzichte
van
looninkomsten.
Technologische
veranderingen
en
globalisering
kunnen
vermogensconcentratie
versterken.
en
mogelijke
effecten
op
consumptie
en
investeringspatronen.
Langdurige
ongelijkheid
kan
ook
druk
zetten
op
sociale
normen
en
draagvlak
voor
beleid.
kapitaalinkomsten,
en
versterking
van
sociale
transfers,
onderwijs
en
woningbeleid.
Doel
is
het
vergroten
van
inclusie
en
het
verbeteren
van
kansen
op
de
lange
termijn.
maar
cijfers
verschillen
door
data
en
definities.