Home

uitstrekte

Uitstrekte is een historische en relatief zeldzame vorm van het Nederlandse werkwoord uitstrekken, dat betekent uitrekken of uitspreiden. In moderne standaardnederlands wordt de verleden tijd van uitstrekken doorgaans gevormd als twee woorden: strekte uit. Het bijbehorende voltooid deelwoord is uitgestrekt, en wordt als bijvoeglijk naamwoord gebruikt in uitdrukkingen als een uitgestrekt landschap.

Etymologie en grammatica: uitstrekte is samengesteld uit het prefix uit- ( naar buiten, volledig) en het werkwoord

Syntaxis en gebruik: doordat de moderne schrijfwijze de twee-woordenconstructie prefereert, wordt uitstrekte vooral gezien als een

Zie ook: uitstrekken, uitgestrekt. Voorbeelden en versus betekenissen geven verdere duidelijkheid over de fysieke of figuratieve

strekken.
De
combinatie
geeft
de
betekenis
van
het
uitrijzen
of
zich
uitspreiden
weer.
Theoretisch
kan
de
vorm
als
één
woord
voorkomen
in
oudere
teksten
of
in
bepaalde
dialecten,
maar
deze
enkelvoudige
vorm
is
niet
gangbaar
in
hedendaags
standaardnederlands.
archaïsche
of
regionale
variant.
In
hedendaagse
literatuur
en
journalistiek
zult
u
vaker
horen
en
lezen:
hij
strekte
zijn
arm
uit,
of
het
gebied
strekte
zich
uit
over
urenlang
terrein.
Het
onderscheid
tussen
het
werkwoord
uitstrekken
en
het
bijvoeglijke
uitgestrekt
(zoals
in
uitgestrekt
veld)
is
belangrijk
om
verwarring
te
voorkomen.
uitbreiding.