taalvaardigheden

Taalvaardigheden is het vermogen om een taal te begrijpen, te produceren en toe te passen in praktische situaties. Vaak wordt daarmee verwezen naar de vier macro-vaardigheden: luisteren, lezen, spreken en schrijven.

Daarnaast gaat taalvaardigheid vaak gepaard met grammaticale en lexicale beheersing, uitspraak en pragmatische bekwaamheid. In onderwijs en taalwetenschap is ook interculturele communicatie en strategisch gebruik van taal belangrijk. De mate van taalvaardigheid wordt veelal uitgedrukt volgens het Europees Referentiekader voor talen, met niveaus van A1 tot C2.

Beoordeling en ontwikkeling: taalvaardigheden worden gemeten met toetsen en praktische opdrachten die luisteren en lezen combineren met spreken en schrijven. Portfolios, zelfbeoordeling en peer feedback kunnen aanvullende inzichten geven.

Toepassingen: Taalvaardigheden vormen een kerncomponent van onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke integratie. Bij taalverwervingsprogramma's voor nieuwkomers ligt de focus op alle vier macro-vaardigheden, ondersteund door grammaticale kennis, culturele context en digitale hulpmiddelen.