sulfaatproces

Sulfaatproces, ook wel kraftproces genoemd, is de belangrijkste chemische pulpproductiemethode voor hout. Bij dit proces worden lignine en andere verbindingen in hout opgelost onder zogenoemde alkalische omstandigheden, zodat cellulosevezels vrijkomen die kunnen worden tot pulp. De pulp die zo ontstaat is sterk en heeft een brede toepasbaarheid in papierproducten.

Het proces begint met impregnatie van houtkrullen met een witte pulpluier van natriumhydroxide en natrium sulfide. Daarna volgt het kookstadium in een digester bij hoge temperatuur (ongeveer 150–170 °C) en gedurende enkele uren. Door de chemische werking onttrekt de liquor lignine aan de vezels, waardoor een bruine pulp ontstaat en een vloeistof met opgeloste vrijkomende stoffen, het zogenaamde zwart stroop, wordt gevormd.

Na het koken wordt de pulp gewassen en gezeefd om onzuiverheden te verwijderen. De bruine pulp kan vervolgens worden bleek naar wit pulp. In de meeste moderne mills is de bleking chlorinevrij of beperkt, met processen die milieuvriendelijker zijn toegepast, zoals peroxide- of ozonbleking.

Bij de sulfaatproductie vindt ook chemische recycling plaats. Het zwart stroop wordt geconcentreerd en verbrand in een recovery- boiler, waar energiewinning plaatsvindt en de onontbindbare inorganische chemicaliën teruggewonnen worden als green liquor. Green liquor wordt in een limekiln omgezet naar white liquor, waarmee de cyclus opnieuw kan beginnen.

Voordelen van het sulfaatproces zijn de sterkte van de geproduceerde pulp, de flexibiliteit qua grondstoffen en de geschiktheid voor verschillende soorten papier. Nadelen zijn het grotere chemicaliënverbruik en de noodzaak van omvangrijke milieuzorg en afval- of effluentbehandeling. Het proces is wereldwijd dominant in de pulpproductie.