Home

situeert

Situeert is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord situeren. Het betekent iemand of iets in een context plaatsen, of in ruimte of tijd lokaliseren. Als transitief werkwoord vereist situeren meestal een direct object, bijvoorbeeld een gebeurtenis, een locatie of een periode. Voorbeelden kunnen zijn: “De kaart situeert de stad aan de oostelijke oever” of “De onderzoeker situeert de bevindingen in de historische context.”

Etymologie en verwant vocabulaire: situeren is afgeleid van het Franse situer, dat op zijn beurt teruggaat

Gebruik: in academische en journalistieke teksten duidt situeert vaak op doelbewuste contextualisatie of geografische/chronologische plaatsing. Het

Zie ook: situering, situatie, situeren.

op
het
Latijnse
situs,
‘plaats’.
Het
verwante
zelfstandig
naamwoord
is
situering
en
het
bijvoeglijk
deelwoord/participium
is
gesitueerd.
In
het
Nederlands
kan
het
werkwoord
zowel
in
actieve
zinsbouw
als
in
passieve
constructies
voorkomen
(bijvoorbeeld:
“De
locatie
is
gesitueerd
in
het
zuiden”).
wordt
gebruikt
om
aan
te
geven
waar
of
wanneer
iets
zich
bevindt,
of
in
welke
theoretische
context
iets
geplaatst
wordt.
Het
werkwoord
verschijnt
in
zinnen
als
“het
artikel
situeert
de
bevindingen
in
de
bredere
theorie”
of
“de
kaart
situeert
de
winkel
op
de
kruising.”
De
reflexieve
vorm
zich
situeren
wordt
gebruikt
voor
de
positie
van
personen
of
gebeurtenissen,
zoals
“de
film
situeert
zich
in
Parijs
in
de
jaren
veertig.”
Synoniemen
zijn
plaatsen,
lokaliseren
en
positioneren;
in
informelere
teksten
kan
men
ook
gewoon
zeggen
waar
iets
is.