Home

regulationvaardigheden

Regulatievaardigheden, soms aangeduid als zelfregulatie, verwijzen naar het vermogen om gedachten, emoties en gedrag doelgericht te sturen ten behoeve van lange-termijndoelstellingen en aanpassing aan veranderende omstandigheden. Ze omvatten cognitieve regulatie (aandacht, werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit), affectieve regulatie (emotieregulatie) en gedragsregulatie (impulscontrole, volhouden van taken, naleving van regels). Metacognitieve regulatie refereert aan plannen, monitoren en evalueren van eigen strategieën en voortgang.

Ontwikkeling en factoren: Regulatievaardigheden ontwikkelen zich vroeg in de ontwikkeling en worden beïnvloed door opvoeding, leeromgeving

Assessments en benaderingen: Regulatievaardigheden worden gemeten met zelfrapportage-instrumenten, observaties en prestatieopdrachten die aandacht, inhibitie en planmatig

Toepassingen en interventies: In onderwijsomgevingen bevorderen regulatievaardigheden leerprestaties, sociale interactie en welbevinden. In de gezondheidszorg vergroten

en
stress.
Ze
worden
versterkt
door
duidelijke
verwachtingen,
positieve
feedback
en
gestructureerde
ondersteuning.
Training
en
herhaalde
oefening
kunnen
vaardigheden
verbeteren
en
de
autonomie
op
latere
leeftijd
vergroten.
gedrag
onderzoeken.
Ecologische
momentopnames
brengen
regulatiestatus
in
dagelijkse
situaties
in
kaart,
wat
helpt
bij
gerichte
interventies.
ze
therapietrouw
en
adoptie
van
leefstijlveranderingen.
In
de
arbeidscontext
zijn
ze
gerelateerd
aan
betere
werkprestaties
en
stresshantering.
Veelvoorkomende
interventies
bestaan
uit
expliciete
instructie
in
doelplanning,
zelfmonitoring
en
feedback,
vaardigheden
om
implementatie-intenties
te
gebruiken,
en
trainingen
zoals
mindfulness
of
cognitieve
herstructurering,
afgestemd
op
de
doelgroep.
Neurologisch
ondersteunen
frontale
netwerken
executieve
functies
regulatieprocessen.