profiteerden

Profiteerden is de verleden tijd van het werkwoord profiteren, wat means "voordeel hebben uit een situatie" of "er voordeel mee doen". Profiteren wordt meestal gebruikt met de prepositie van, bijvoorbeeld profiteren van een kans, profiteren van een prijsdaling. De vorm profiteerden komt voor wanneer het onderwerp in het verleden voordeel had.

Het werkwoord profiteren verwijst naar het ontvangen van voordeel uit omstandigheden, gebeurtenissen of middelen. Het kan neutraal of positief klinken (iemand profiteert van een goede aanbieding) maar kan ook kritisch zijn wanneer het suggereert dat iemand ten koste van anderen voordeel haalden. Het begrip wordt vaak aangetroffen in economische, sociale en juridische contexten, bijvoorbeeld over bedrijven die profiteren van marktkansen of over burgers die profiteren van overheidsmaatregelen.

Etymologisch komt profiteren uit het Nederlands via het Franse profiter, met wortels die verder teruggaan in de geschiedenis. In moderne taal is profiteren een regelmatig werkwoord in de stam profiteer-, met de vormen profiteerde en profiteerden in de verleden tijd en geprofiteerd als deelwoord.

Voor de grammatica geldt: ik profiteer, jij profiteert, hij profiteert, wij profiteren, jullie profiteren, zij profiteren. In de verleden tijd: ik profiteerde, jij profiteerde, hij profiteerde, wij profiteerden, jullie profiteerden, zij profiteerden. Het voltooid deelwoord is geprofiteerd. Voorbeelden: Ze profiteerden van de korting. Bedrijven profiteerden van de stijgende vraag. Sommige mensen profiteerden op oneerlijke wijze van de situatie.