pluisjes

Pluisjes is het meervoud van pluis, een Nederlands woord dat verwijst naar kleine losse vezels of pluizen die van materialen zoals textiel, papier of katoen afkomen. Het woord beschrijft dunne, zachte stukjes materièl die vaak onbedoeld in kleding, meubels of wasgoed voorkomen. Pluisjes ontstaan door wrijving, slijtage en reiniging, en kunnen zich ophopen in achtergebleven stof of in de trommel van een droogtrommel. In alledaagse taal spreken mensen vaak van “pluisjes in de was” of “pluisjes op mijn trui”. Om pluisjes te verwijderen worden diverse middelen gebruikt, zoals een pluisroller, borstels, of speciale anti-pilling technieken.

Naast letterlijk losse vezels heeft pluisjes ook een natuurkundige betekenis: veel plantengewassen hebben pluimachtige structuren die als pluisjes worden aangeduid. Deze pluim vormen een tuftje fijne haren of vezels rondom zaden en dienen om wind te dragen, zodat zaden wijd verspreid raken. Voorbeelden hiervan zijn de pluimen van sommige wilde zaadbolletjes, die met het gewichtloos drijven in de lucht verspreid kunnen worden.

In taal en cultuur kan pluisjes ook figuurlijk gebruikt worden om iets zachts of luchtigs aan te duiden, bijvoorbeeld om een zachtaardig of wollig imago te benadrukken. De term is algemeen en contextafhankelijk, en wordt zowel in huishoudelijke als in natuurkundige discussies gebruikt.