Home

partitioncoëfficiënt

Partitioncoëfficiënt is een maat voor de verdeling van een stof tussen twee niet-mengbare vloeistoffen bij evenwicht, meestal tussen octanol en water. De waarde wordt gedefinieerd als K = c_octanol / c_water, waarbij c_octanol en c_water de concentraties van de stof in de respectievelijke fasen zijn bij een specifieke temperatuur (vaak 25 °C). De logaritmische vorm, logP, wordt veel gebruikt en is gedefinieerd als log10(K). In de milieukunde en farmacologie staat Kow vaak centraal als maat voor lipofiliciteit of hydrophobiciteit van een neutraal molecuul.

Voor ioniseerbare verbindingen kan de verdeling echter sterk afhangen van de pH; daarom wordt meestal logD(pH)

Meetmethoden voor de partitioncoëfficiënt omvatten de klassieke shake-flask-methode, waarbij een stof tussen twee immiscibele fasen wordt

Toepassingen van partitioncoëfficiënten zijn onder meer het beoordelen van lipofiliciteit, biologische beschikbaarheid, membranen permeatie, ecotoxicologie en

Beperkingen: de waarde is afhankelijk van de gekozen oplosmiddelen, temperatuur, zoutgehalte en pH; daarom is de

gebruikt,
die
rekening
houdt
met
de
verdelingscoëfficiënten
van
alle
aanwezige
ionische
en
ongeprotoneerde
vormen.
geschud
totdat
evenwicht
is
bereikt
en
de
concentraties
in
beide
fasen
worden
bepaald.
Moderne
laboratoriumtechnieken
zoals
HPLC
worden
gebruikt
om
de
concentraties
nauwkeurig
te
meten.
Daarnaast
bestaan
er
in
silico
schattingen
op
basis
van
fragmentgebaseerde
modellen
en
QSAR-methoden,
die
snelle,
zij
het
minder
nauwkeurige,
voorspellingen
leveren.
de
milieuverspreiding
van
verbindingen.
Hoe
hoger
de
partitioncoëfficiënt,
hoe
groter
de
neiging
om
zich
in
organische
fasen
en
biologische
weefsels
op
te
hopen,
wat
vaak
samenhangt
met
lagere
wateroplosbaarheid
en
mogelijk
bioaccumulatie.
partitioncoëfficiënt
een
relatieve
maat
en
geen
universele
eigenschap
van
een
stof.