Home

opvallen

Opvallen is een Nederlands werkwoord met de betekenis: aandacht trekken of onderscheiden worden door opvallende kenmerken. Iets valt op wanneer het duidelijk afwijkt van de omgeving of sneller de aandacht vangt. Het kan positief zijn, bijvoorbeeld een opvallend ontwerp, of negatief, bijvoorbeeld lawaai dat opvalt in een stille ruimte. De uitdrukking wordt veel gebruikt in media, design en dagelijks taalgebruik.

Het werkwoord is opgebouwd uit vallen met het prefix op-, een separabel werkwoord. In de zin kan

Verbuiging en voorbeelden. Tegenwoordige tijd: ik val op; jij valt op; hij valt op; wij vallen op;

Toepassingen en nuance. Opvallen is neutraal flexibel: het kan verwijzen naar esthetiek, gedrag of prestaties. Synoniemen

de
prefix
scheiden:
Dat
valt
op.
Ik
val
op.
In
de
infinitief
is
het
"om
op
te
vallen".
De
voltooide
tijd
gebeurt
met
zijn
als
hulpwerkwoord:
ik
ben
opgevallen,
hij
is
opgevallen.
jullie
vallen
op;
zij
vallen
op.
Verleden
tijd:
ik
viel
op;
jij
viel
op;
hij
viel
op;
wij
vielen
op;
jullie
vielen
op;
zij
vielen
op.
Voorbeelden:
Dat
kunstwerk
valt
op
door
het
gebruik
van
felle
kleuren.
Zijn
kleding
valt
op
in
de
menigte.
De
presentatie
viel
op
vanwege
de
duidelijke
structuur.
zijn
onder
meer
aandacht
trekken
en
opmerken.
Het
gebruik
kan
positief
(opvallende
kwaliteit),
neutraal
of
negatief
zijn,
afhankelijk
van
context
en
toon.
Etymologisch
verwijst
het
naar
iets
dat
letterlijk
of
figuurlijk
uitsteekt
ten
opzichte
van
de
omgeving.