Home

opstartfuncties

Opstartfuncties zijn functies of codeblokken die automatisch worden uitgevoerd bij het opstarten van een systeem, applicatie of component. Ze zorgen voor de initialisatie van omgevingen, toewijzing van bronnen en het mogelijk maken van een correcte werking.

Ze komen voor op verschillende niveaus, zoals het besturingssysteem met bootprocessen, applicaties en bibliotheken, en ingebedde

Veelvoorkomende taken van opstartfuncties zijn het toewijzen van geheugen, openen van bestanden of logboeken, laden van

Belangrijke overwegingen zijn de volgorde van initialisatie, afhankelijkheden en foutafhandeling. Fouten kunnen leiden tot vroegtijdig stoppen

Voorbeelden uit verschillende omgevingen: in programmeertalen kunnen globale objecten via constructors of statische blokken worden geïnitialiseerd;

systemen.
In
software
spreken
men
vaak
van
initialisatie-
of
constructorlogica:
globale
objecten,
statische
initializers
of
speciale
opstartroutines
die
bij
laden
worden
aangeroepen.
Voor
systemen
bestaan
opstartprocessen
zoals
bootloaders
en
init-
of
serviceconfiguraties
die
bij
opstart
levering.
configuratiegegevens,
registreren
van
services
en
afhankelijkheden,
initialiseren
van
hardware
en
het
uitvoeren
van
beveiligingscontroles.
of
het
inzetten
van
fallback-mechanismen.
Prestatie
en
determinisme
zijn
essentieel;
soms
wordt
lazy
initialisatie
toegepast
om
opstarttijd
te
verkorten
of
resourcegebruik
te
minimaliseren.
bij
Python
wordt
code
bij
importeren
uitgevoerd;
in
Windows
kunnen
DLLs
opstartcode
bevatten
zoals
DllMain;
in
Linux-
en
Unix-omgevingen
bestaan
init-
of
.init_array-secties;
in
embedded
systemen
wordt
hardware
initieel
uitgevoerd
door
bootrom-
of
bootloadercode.