ongecomprimeerdheid

ongecomprimeerdheid is de eigenschap of toestand waarin data of informatie niet is gecomprimeerd, oftewel niet is gecondenseerd volgens een compressie-algoritme. De term is afgeleid van ongecomprimeerd en de achtervoeging -heid en wordt in de informatica en digitale media gebruikt om te verwijzen naar het behoud van alle oorspronkelijke gegevens zonder een eerdere compressiestap. In bredere zin kan het ook slaan op werkwijzen of processen die geen compressie toepassen.

In praktische termen verwijst ongecomprimeerdheid naar bestanden en datastromen die geen compressie ondergaan, zoals ruwe audiosporen (bijvoorbeeld PCM-formaten) en RAW-beelden of andere onbewerkte data. Ongecomprimeerde data vereist doorgaans aanzienlijk meer opslagruimte en bandbreedte dan gecomprimeerde vormen, maar behoudt de maximale kwaliteit en maakt later bewerkingen en herinterpreteerde reconstructie zonder verlies van informatie mogelijk.

Voordelen van ongecomprimeerdheid zijn onder meer de maximale beeld- en geluidskwaliteit en artefactvrije reconstructie bij bewerking of restauratie. Nadelen zijn de enorme bestandsgrootte en de daarmee samenhangende opslag-, transport- en verwerkingskosten, waardoor het onpraktisch is voor breed publiek en distributie. Het concept speelt vooral een rol in professionele productie, archivering en wetenschappelijke toepassingen, waar kwaliteit en integriteit voorop staan.

Verhouding tot compressie: ongecomprimeerdheid staat tegenover gecomprimeerde vormen. In de praktijk wordt vaak gekozen tussen ongecomprimeerde bestanden, verliesloze compressie (lossless) en verliesgevende compressie, afhankelijk van belangen zoals kwaliteit, opslag en distributie.

Zie ook: compressie, verliesloze compressie, verliesgevende compressie, RAW-bestanden, PCM.