neerslagmeting

Neerslagmeting is het meten van neerslag—hoeveelheid, intensiteit en duur—met als doel een kwantitatieve voorstelling van vocht in de atmosfeer. De meetgegevens vormen de basis van weersverwachtingen, hydrologische modellen, waterbeheer en klimaatonderzoek. Neerslag wordt meestal uitgedrukt in millimeters neerslagwater (mm) en bij sneeuw ook als waterequivalent (mm WE) of als sneeuwdiepte.

De belangrijkste meetinstrumenten zijn pluviometers (regenmeters). Een traditionele regenmeter vangt water op en meet de opgevangen hoeveelheid. Moderne systemen gebruiken een tipping-bucket regenmeter, waarbij elke dichte hoeveelheid neerslag een korte slag registreren en de telling optelt. Een gewichtsre­genmeter meet het gewicht van de opgevangen neerslag en berekent zo de hoeveelheid in real time. Automatische weerstations (AWS) combineren deze sensoren met andere metingen. Daarnaast bestaan optische regenmeters die neerslag detecteren via verstrooiing van licht, en radar- of satellietsystemen die regionale neerslagvelden schatten. Voor sneeuwmetingen worden sneeuwdieptes en sneeuwwater-equivalentie bepaald met sneeuwstokken, sneeuwmetingseenheden en sneeuwpillow-systemen.

Meetpunten hangen samen in nationale en regionale netwerken die worden beheerd door weer- en klimaatdiensten. De data ondergaan kwaliteitscontrole en kalibratie; wind kan leiden tot ondervang bij open regenmeters, waardoor correcties noodzakelijk zijn. Radar- en satellietmetingen vullen puntmetingen aan voor een beeld van regionale neerslag.

Toepassingen zijn onder andere hydrologische modellering, rivierafvoer en flood forecasting, landbouwplanning en klimaatonderzoek. Zie ook: World Meteorological Organization en nationale meteorologische diensten.