melkveestallen

Melkveestallen zijn agrarische gebouwen bedoeld om melkvee te huisvesten en melkproductie mogelijk te maken. Hun indeling en uitrusting moeten zorgen voor een comfortabel, hygiënisch klimaat waar voeren, rusten en melken efficiënt verlopen, terwijl mestbeheer en ventilatie worden gefaciliteerd. In de praktijk vormen melkveestallen een onderdeel van de bedrijfsvoering en hun ontwerp varieert met klimaat, melkveehouding en welzijnsstandaarden.

Een typische melkveestal bevat een voergang of voergang, een rustruimte met ligboxen of mandenstallen, een melkapparaat zoals een melkstal of een automatische melksysteem, en een mestafvoer met mestput en schoonmaakinfrastructuur. Ventilatie en drainage zijn nodig om temperatuur, vocht en geur onder controle te houden.

Er zijn twee hoofdtypen: tielstallen waarbij koeien aan een stalplaats worden bevestigd, en vrijloopstallen of ligboxenstallen waarbij koeien vrij kunnen bewegen. Moderne vrijloopstallen gebruiken ligboxen of vrijloopboxen met bodembedekking (stro, hooi of zand) en kunnen uitgerust zijn met automatische melksystemen of melkstations.

In Nederland en delen van Europa worden melkveestallen gemoderniseerd om dierenwelzijn te verbeteren, emissies te verminderen en arbeidskosten te beheersen. Regelgeving rond dierwelzijn en milieu beïnvloedt constructie en bedrijfsvoering, terwijl de ontwikkeling van melkveestallen samenhangt met bedrijfsmodernisering en veranderende verwachtingen ten aanzien van welzijn.