Home

huisvesten

Huisvesten is een Nederlands werkwoord dat betekent het leveren, toewijzen of regelen van onderdak aan iemand of een groep mensen. Het omvat het organiseren van woonruimte, van tijdelijke opvang tot permanente huisvesting, en kan zowel door publieke instanties als door particuliere of maatschappelijke organisaties worden uitgevoerd. In veel contexten verwijst het naar het proces waarbij mensen een plek krijgen om te wonen, zoals asielzoekers, studenten, werknemers of inwoners die op de woningmarkt een plek zoeken. De passieve vorm gehuisvest wordt gebruikt wanneer iemand onderdak heeft gekregen: zo wordt bijvoorbeeld asielzoekers gehuisvest in opvanglocaties.

Contexten en actoren: gemeenten, woningcorporaties, opvanginstellingen en werkgevers kunnen betrokken zijn bij het huisvesten van doelgroepen.

Verwante termen: huisvesting (het zelfstandig naamwoord voor onderdak), huisvestingsbeleid, huisvestingsregeling, en toewijzing van woonruimte. Etymologisch is

Het
begrip
klinkt
vooral
in
beleids-
en
planningsdocumenten:
het
gaat
om
toewijzing
van
beschikbare
woonruimte,
vaak
onder
regels
over
huur,
kwaliteit
en
duurzaamheid.
Het
kan
tijdelijk
zijn
(noodopvang)
of
structureel
(sociale
woningbouw
of
betaalbare
huur).
Naast
de
formele
situatie
kan
huisvesten
ook
betekenen
dat
een
instituut
of
organisatie
huisvesting
biedt
aan
medewerkers
of
studenten.
het
woord
afgeleid
van
huis
en
vesten,
met
de
betekenis
‘ergens
onderkomen
of
vestigen’.
In
beleidscontexten
wordt
vaak
gesproken
over
het
huisvesten
van
doelgroepen
of
van
bewoners,
met
nadruk
op
beschikbaarheid,
kwaliteit
en
toegang
tot
woonruimte.