leeftijdsintervallen

Leeftijdsintervallen zijn categorieën waarin mensen op basis van hun leeftijd worden ingedeeld voor statistische verwerking en analyse. Door individuen in leeftijdsblokken te plaatsen, ontstaan overzichtelijke verdelingen die vergelijking, visualisatie en berekeningen vereenvoudigen. Leeftijdsintervallen worden veel gebruikt in bevolkingsregistraties, enquêtes, epidemiologie, life tables en marktonderzoek.

Een veelvoorkomend type is vaste breedte, bijvoorbeeld alle vijfjarige intervallen zoals 0-4, 5-9, 10-14, 15-19, enzovoort, met een open eindinterval aan de bovenkant (bijvoorbeeld 85+ of 90+). In sommige gevallen worden bredere intervallen gebruikt (bijvoorbeeld 0-17 of 18-64) voor beleidsmatige of rapportagedoeleinden. De keuze van de hoogte van de intervallen beïnvloedt de detailwaarde en de stabiliteit van de schattingen: te smalle intervallen leveren veel lege of weinig bewoonde klassen op; te brede intervallen kunnen patronen verhullen.

Methodisch worden vaak onderscheid gemaakt tussen vaste intervallen en intervallen die qua populatieaantallen gelijkelijk verdeeld zijn (q-quantielintervallen). Bij berekeningen worden vaak het midden van een interval of aannames over de verdeling binnen het interval gebruikt, bijvoorbeeld bij het schatten van gemiddelden.

Praktische voorbeelden zijn de standaard leeftijdscategorieën in nationale statistieken (zoals 0-4, 5-9, 10-14, …, 85+) en de indeling naar pediatrie, volwassenen en ouderen in beleid en zorg. Leeftijdsintervallen vormen een fundamenteel hulpmiddel bij het interpreteren van leeftijdsgerelateerde patronen.