landbouwoverschotten

Landbouwoverschotten zijn overschotten van landbouwproducten die ontstaan wanneer de productie de binnenlandse vraag of de exportcapaciteit overstijgt. Ze leiden vaak tot grote voorraden, lagere prijzen en mogelijk verspilling als opslag of verwerking niet haalbaar is. Oorzaken zijn onder meer hoge opbrengsten door technologische vooruitgang en gunstige weersomstandigheden, productieprikkels in beleid die de discussie over productie beïnvloeden, en handelsbeleid dat markten beschermt of verstemt. Ook demografische ontwikkelingen en structurele marktuitval kunnen bijdragen.

Gevolgen zijn prijsdruk voor producenten, hogere opslag- en verwerkingskosten, en in sommige gevallen verspilling of verlies van marktkansen. Overschotten kunnen de inkomsten van boeren onder druk zetten en leiden tot investeringsvertragingen of herschikking van de agrarische sector.

Beheer en beleid richten zich op het verminderen van prikkels tot overproductie en het efficiënter inzetten van overschotten. Instrumenten omvatten publieke inkoop en opslag, exportsubsidies of –steun waar toegestaan, en betalingsstructuren die productie minder direct stimuleren. In de Europese Unie heeft het Common Agricultural Policy (CAP) een centrale rol gespeeld bij het aanpakken van overschotten, onder andere door hervormingen die productie-incentives afvlakken en marktstabiliteit bevorderen. Daarnaast kunnen overschotten worden benut voor verwerking tot diervoer, biobrandstoffen of voedselhulp, of worden ze naar markten geëxporteerd onder afspraken.

Duurzaamheidsoverwegingen spelen een rol bij het aanpakken van verspilling en milieubelasting, wat leidt tot een groeiende aandacht voor efficiënte distributie en voedselredistributie.