kwantverstrengeling
Kwantverstrengeling is een fenomeen in de kwantummechanica waarbij twee of meer deeltjes zo aan elkaar zijn gekoppeld dat de toestand van elk deeltje niet onafhankelijk kan worden beschreven zonder de anderen mee te nemen. De gezamenlijke toestand kan niet worden opgesplitst in de toestanden van afzonderlijke deeltjes, zelfs als ze ver uit elkaar zijn.
Metingen aan de verstrengelde deeltjes leveren correlaties op die niet kunnen worden verklaard door lokale verborgen
Historisch ontstond het begrip in het EPR-werk uit 1935 van Einstein, Podolsky en Rosen; Schrödinger noemde
Verstrengeling ontstaat in vele systemen, bijvoorbeeld door spontane parametrische down-conversie in niet-lineaire kristallen, bij gevangen-ionen, in
Toepassingen zijn onder meer quantumteleportatie, superdense coding en entanglement-gebaseerde cryptografie zoals het Ekert-protocol. Verstrengeling dient als
Kwantificatie en uitdagingen: voor pure toestanden kan entanglement worden gemeten met entanglemententropie; voor gemengde toestanden met
Experimentele vooruitgang: talloze experimenten met fotonen, ionen en superconducting qubits hebben verstrengelde toestanden bevestigd; bepaalde loopholes