Home

krimpende

Krimpende is de tegenwoordige deelwoordvorm (het present participle) van het werkwoord krimpen, wat betekend “in omvang afnemen” of “vernauwen”. Het functioneert als bijvoeglijk naamwoord en beschrijft een proces van daling of contracting.

In het Nederlands wordt krimpende vooral gebruikt om eigenschappen of ontwikkelingen te karakteriseren die afnemen. Voorbeelden

Grammaticaal kan krimpende ook na een koppelwerkwoord voorkomen (predicatief gebruik) in minder gangbare constructies, maar gangbaar

Het woord wordt vooral in economische, demografische en beleidsmatige contexten aangetroffen, bijvoorbeeld bij berichtgeving over conjunctuur,

Synoniemen zijn onder meer afnemende, dalende of krimpende, afhankelijk van de context. Krimpende wordt doorgaans ingezet

zijn:
krimpende
economie,
krimpende
vraag,
krimpende
bevolking
of
krimpende
winstmarges.
Het
woord
geeft
aan
dat
de
genoemde
grootheid
op
dit
moment
kleiner
wordt
dan
voorheen.
In
attributieve
positie
vóór
het
zelfstandig
naamwoord
eindigt
krimpende
meestal
op
-e:
de
krimpende
kosten,
een
krimpende
markt,
de
krimpende
bevolkingsgroei.
Nederlands
beschrijft
een
daling
liever
met
krimpen
in
de
stam:
de
economie
krimpt.
Het
participium
krimpende
blijft
dan
een
adjectivale
beschrijving
die
voor
een
zelfstandig
naamwoord
staat.
bevolkingsontwikkeling
of
marktdalingen.
Het
biedt
een
nauwkeurige
manier
om
een
proces
van
afname
te
rapporteren
zonder
het
werkwoord
te
herhalen.
wanneer
de
nadruk
ligt
op
een
voortdurende
of
zich
uitbreidende
daling
in
de
komende
periode.