Home

kerkelijk

Kerkelijk is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat betrekking heeft op de kerk of op zaken die verbonden zijn met een kerkelijke organisatie. Het woord wordt gebruikt om het liturgische leven, de doctrine, het bestuur en het bezit van een kerk aan te duiden, maar ook om zaken die door kerkelijke instanties zijn geregeld. Voorbeelden zijn kerkelijk recht, kerkelijke gezangen, kerkelijke gebouwen en kerkelijke activiteiten.

Etymologie en nuance: kerkelijk is afgeleid van het zelfstandig naamwoord kerk en het achtervoegsel -lijk, waarmee

Geografisch en historisch gebruik: het begrip komt veel voor in Nederlandse en Vlaams-Belgische teksten en blijft

Samenvatting: kerkelijk duidt op zaken die direct met de kerk en haar organisatie te maken hebben, van

iemand
aanduidt
wat
met
de
kerk
te
maken
heeft.
In
tegenstelling
tot
wereldlijk
(seculier)
verwijst
kerkelijk
vooral
naar
de
institutionele
en
rituele
kant
van
het
christelijk
geloof,
terwijl
religieus
een
breder
begrip
is
dat
ook
individuele
overtuigingen
en
bredere
godsdienstige
gevoelens
omvat,
los
van
een
specifieke
kerk.
actueel
in
discussies
over
kerkelijke
structuur,
kalender,
vieringen
en
rechtspraak.
In
historische
context
kan
kerkelijk
verwijzen
naar
canoniek
recht
en
kerkelijke
jurisdictie,
terwijl
in
hedendaagse
context
ook
informeler
kan
worden
gesproken
over
kerkelijke
activiteiten
of
gemeenschappen.
regels
en
liturgie
tot
gebouwen
en
activiteiten,
en
vormt
daarmee
een
specifieke
tegenhanger
van
wereldlijk
of
seculier.