Home

intersectiecondities

Intersectiecondities zijn de voorwaarden waaronder twee of meer wiskundige objecten elkaar snijden of een gemeenschappelijke oplossing hebben. Ze geven aan wanneer een snijpunt bestaat, wat de aard van de snijpunten is en hoe men ze kan bepalen.

In de meetkunde verwijst een snijpunt naar een punt dat ligt op alle betrokken objecten. Bij lijnen

Algemene formulering: bij functies f en g in R^n geldt dat de snijpunten de oplossingen zijn van

Voor verzamelingen geldt de intersectie A ∩ B als de verzameling van alle elementen die zowel in

Computational kan men intersecties vinden door substitution, eliminatie of numerieke methoden zoals Newton-Raphson; voor polynoomsystemen worden

in
twee
dimensies
geldt
bijvoorbeeld:
twee
lijnen
snijden
elkaar
als
ze
niet
parallel
zijn;
het
snijpunt
wordt
gevonden
door
de
vergelijkingen
gelijk
te
stellen.
Als
de
lijnen
parallel
zijn,
bestaat
er
geen
snijpunt;
als
ze
samenvallen,
zijn
er
oneindig
veel
snijpunten.
Voor
vlakken
of
krommen
geldt
een
vergelijkbaar
idee,
maar
de
snijpunten
kunnen
een
punt,
een
lijn
of
juist
een
veelvoud
aan
punten
vormen,
afhankelijk
van
de
objecten.
het
stelsel
f(x)
=
0
en
g(x)
=
0.
De
aard
van
de
snijpunten
kan
worden
onderzocht
via
concepten
als
transversaliteit:
een
snijpunt
is
transversal
als
de
spanningen
(gradiënten)
∇f
en
∇g
op
dat
punt
lineair
onafhankelijk
zijn.
Als
dat
niet
het
geval
is,
spreekt
men
soms
van
tangente
snijpunten
of
van
hogere-orde
overlapping.
A
als
in
B
voorkomen.
De
niet-lege
conditie
kan
geval
per
geval
worden
geabstraheerd,
bijvoorbeeld
bij
intervallen:
[a,
b]
∩
[c,
d]
is
niet
leeg
als
max(a,
c)
≤
min(b,
d).
ook
algebraïsche
technieken
zoals
Groebner-bases
toegepast.