Home

gehuurd

Gehuurd is het voltooid deelwoord (past participle) van het werkwoord huren in het Nederlands. Het geeft aan dat iemand iets heeft gehuurd of dat iets in een huurrelatie staat. Het kan in de voltooide tijd voorkomen, zoals in: Ik heb een auto gehuurd. Het kan ook in de passieve constructie verschijnen: Het huis is gehuurd.

Wat betreft de vorm: gehuurd wordt gevormd met de voor- en tussenvoeging ge- en de uitgang -d,

Gehuurd onderscheidt zich van verhuren. Verhuren betekent iemand anders iets laten huren (de verhuurder biedt een

omdat
huren
een
regelmatig
zwak
werkwoord
is.
In
de
voltooide
tijd
wordt
meestal
het
hulpwerkwoord
hebben
gebruikt.
In
combinatie
met
een
zelfstandig
naamwoord
als
bijvoeglijk
naamwoord
wordt
soms
het
-e
beëindigd:
het
gehuurde
appartement.
huurwoning
of
-object
aan).
Het
voltooid
deelwoord
van
verhuren
is
verhuurd.
Huur
is
het
zelfstandige
naamwoord
voor
het
bedrag
of
de
overeenkomst,
huurder
is
degene
die
huurt,
en
verhuurder
is
degene
die
iets
verhuurt.
Voorbeelden:
Ik
heb
gisteren
een
auto
gehuurd.
Het
appartement
is
gehuurd.
De
eigenaar
verhuurt
zijn
woning;
de
woning
is
verhuurd.