Home

fotoconductieve

Fotoconductiviteit (of fotoconductie) verwijst naar het fenomeen dat de elektrische geleidbaarheid van een materiaal aanzienlijk toeneemt wanneer het wordt belicht met licht. Het licht levert energie die elektronen uit het valente gebied vrijmaakt en draaggolven in de conductieband creëert, waardoor de weerstand afneemt en de stof geleiderischer wordt. De mate van fotoconductie hangt af van de lichtintensiteit, de golflengte van het licht in relatie tot het materiaalbandgat, de temperatuur en de aanwezigheid van recombinatie- of trapniveaus in het materiaal.

Werkingsprincipe

Bij fotoconductieve processen genereren fotonen met voldoende energie electronen-hole paren. Deze extra draaggangen verminderen de resistiviteit

Materialen en eigenschappen

Fotoconductieve materialen omvatten onder meer halfgeleiders zoals selenium, cadmiumsulfide (CdS), cadmiumselenide (CdSe) en amorfe silicium. Ook

Toepassingen

Fotoconductieve materialen worden toegepast in:

- fotodetectoren en sensoren, waaronder photoconductive detectors in optische communicatie;

- xerografie en beeldvormingstechnieken;

- fotorelais- en lichtgestuurde schakelingen;

- sommige typen beeldsensoren en onderzoeksapparatuur.

Samenvatting

Fotoconductiviteit beschrijft de vergroting van geleidbaarheid onder licht en is een kernprincipe in verschillende detectoren en

van
het
materiaal.
Het
effect
kan
tijdelijk
zijn
(wanneer
het
licht
uitgaat,
keren
de
carriers
terug
via
recombinatie)
of
persistent
(persistent
photoconductivity)
waarbij
de
verhoogde
geleidbaarheid
lang
aanhoudt.
organische
halfgeleiders
en
sommige
oxide-
en
halide-materialen
tonen
fotoconductiviteit.
De
responsiviteit
hangt
af
van
eigenschappen
zoals
bandgap,
defecten,
trapniveau's
en
de
kwaliteit
van
kristalstructuur.
Telkens
is
er
een
trade-off
tussen
gevoeligheid,
snelheid
en
stabiliteit.
beeldvormingstoepassingen.
De
precieze
werking
wordt
bepaald
door
materiaalkeuze,
lichtkenmerken
en
omgevingsomstandigheden.