eend

Een eend is een watervogel uit de familie Anatidae, waartoe ook ganzen en zwanen behoren. In het Nederlands verwijst de term doorgaans naar eenden als groep, meestal naar vogels met een platte snavel en webben aan de poten. De wilde eend Anas platyrhynchos wordt beschouwd als de voorouder van veel domestische eenden.

Eenden leven wereldwijd in zoet- en brakwaterhabitats zoals vijvers, meren, rivieren en kustwateren. Ze foerageren aan het oppervlak of onder water; hun dieet varieert van waterplanten en zaden tot insecten en kleine ongewervelden. Sommige soorten verzamelen voedsel op of nabij het wateroppervlak, andere duiken om voedsel te vinden. Veel soorten migreren tussen broed- en winterplaatsen.

Fysiek kenmerken eenden: ze hebben een brede, platte snavel, compacte lichamen en webben aan de poten. Het verenkleed varieert sterk per soort; mannetjes zijn in het broedseizoen vaak feller gekleurd, terwijl vrouwtjes doorgaans minder opvallend zijn en camouflagekleuring vertonen. Het geluid en gedrag verschillen per soort.

Voortplanting vindt meestal in het voorjaar plaats. Het vrouwtje bouwt een nest nabij water en legt doorgaans 6 tot 12 eieren; de incubatietijd bedraagt circa 26 tot 28 dagen. Nadat de jongen uit het ei komen, worden ze meestal door beide ouders verzorgd en blijven ze enige tijd bij de broedvogel.

Domestieke eenden komen uit de domesticatie van Anas platyrhynchos en worden wereldwijd gehouden voor eieren, vlees en veren. Er bestaan vele rassen met uiteenlopende maten, vormen en pluim; sommige rassen worden ook als sier- of showdier gehouden.

Behoud en regelgeving: veel wilde eendenpopulaties komen wereldwijd voor, maar bepaalde soorten zijn kwetsbaar door verlies van leefgebied, vervuiling en overbejaging. Jachtregels en beschermingsmaatregelen dragen bij aan populatiebehoud. Conservatie-inspanningen richten zich op habitatbehoud, monitoring en waterbeheer.